Stádlecký-brug

De brug overspande oorspronkelijk de Moldau bij Podolsko, ongeveer 10 km ten oosten van Písek. Hij werd gebouwd tussen 1847 en 1848 door de ondernemer Vojtěch Lanna uit České Budějovice, naar een ontwerp van Bedřich Schnirch, een architect die vele soortgelijke bruggen ontwierp, zowel in Tsjechië als daarbuiten.

De brug was meer dan 90 jaar in volledige werking. In 1942 werd het autoverkeer omgeleid naar een nieuwe gewapend-betonnen brug die de gehele Moldau-vallei overspande. De kettingbrug bleef in gebruik voor lokaal verkeer tot 1960. In verband met de voltooiing van de Orlíkdam en het vullen van het stuwmeer, dat de brug onder water zou zetten, werd de brug volledig gedemonteerd. Elk onderdeel werd gemarkeerd en opgeslagen.

Van de verschillende locaties die in aanmerking kwamen voor hergebruik van de brug, werd uiteindelijk de vallei van de Lužnice bij Stádlec gekozen, op een plek waar jarenlang een veerdienst de rivier overstak. De breedte van de rivierbedding en de weg waren hier vergelijkbaar met die van de oorspronkelijke locatie. Volgens de documentatie werden de originele onderdelen opnieuw samengesteld, en op 25 mei 1975 werd de brug heropend.

De brug, met een totale lengte van 157 meter, is opgehangen aan twee dubbele gebogen kettingen die met verticale staven aan het houten brugdek zijn bevestigd. De kettingen lopen door openingen in twee stenen pylonen die de brug omlijsten en zijn verankerd in gemetselde blokken.

De brug is volledig gerenoveerd. Voertuigen tot een gewicht van 1,5 ton mogen de brug oversteken. Vanaf de brug vertrekken meerdere wandelroutes. Stroomopwaarts leidt een rood gemarkeerd pad naar het kasteel Příběnice of verder naar Tábor. Stroomafwaarts leiden de rode of blauwe paden naar het kasteel Dobronice en verder naar Bechyně via de rode route.

In 1959 werd de brug uitgeroepen tot nationaal technisch monument. Het maximale toegestane voertuiggewicht is 1,5 ton.