Het Schwarzenbergkanaal

Het Schwarzenbergkanaal is een waterkanaal in het Boheemse Woud dat een van de zijrivieren van de Koude Vltava verbindt met de Oostenrijkse Große Mühl, een zijrivier van de Donau, en daarmee de Noordzee en de Zwarte Zee met elkaar verbindt. Het werd gebouwd in opdracht van Jan van Nepomuk I van Schwarzenberg onder leiding van Josef Rosenauer. Het kanaal heeft een totale lengte van 44 km en passeert bij het dorp Jelení door een tunnel van ongeveer 400 meter lang.

Het kanaal werd tussen 1793 en 1962, bijna 170 jaar lang, gebruikt voor het vlotten van hout en was in de vooroorlogse periode een van de grootste trotsen van het Schwarzenberg-landgoed. Tijdens het communistische tijdperk werd het kanaal echter niet onderhouden en raakte het in verval. Tegenwoordig is 15 km van de oorspronkelijke lengte gerestaureerd en een deel ervan is uitgeroepen tot technisch monument. Naast dit kanaal financierde de Schwarzenberg-familie ook een tweede, kleiner kanaal in het Boheemse Woud – het Vchynicko-Tetovkanaal, dat eveneens werd ontworpen door Josef Rosenauer.

Langs het Schwarzenbergkanaal lopen verschillende wandel- en fietsroutes, waaronder het oudste wandelpad in het Šumava-gebergte – de Medvědí stezka (Berenroute).

De laatste houtvlotvaart aan de Tsjechische zijde vond plaats in 1962. Hoewel het kanaal als technisch monument werd behouden, raakte het tijdens het communistische tijdperk sterk in verval. Op veel plaatsen werd het begraven, vernietigd of volledig door de natuur overgenomen.

Het eerste toeristische seizoen vond plaats in 1998, en in 1999 werd het eerste officiële Schwarzenbergkanaal-evenement georganiseerd. Sinds 1997 wordt de traditie van het kanaal levend gehouden door het festival "Ontmoeting met de Schwarzenbergkanaal-traditie", mede gefinancierd door Tsjechische, Oostenrijkse en Europese organisaties en stichtingen.

Het Schwarzenbergkanaal Museum bevindt zich in het dorp Chvalšiny, de geboorteplaats van Josef Rosenauer, de bouwer van het kanaal.