Wandelingen op de Boubín
Een editie van wandeltips van het Nationaal Park Šumava.
In het jaar des Heren 1858 gaf prins Johann Adolf Schwarzenberg het bevel dat in het resterende deel van het Boubín-oerbos "nooit meer bomen mochten worden gekapt en dat het bos volledig aan zichzelf moest worden overgelaten". Zo werd het op één na oudste oerbos van Bohemen gesticht (na het Žofínský-oerbos uit 1838). Tot op de dag van vandaag blijft het Boubín-bos een unieke natuurlijke bezienswaardigheid, niet alleen in Tsjechië, maar in heel Europa. Schoolkinderen leren erover in de lessen en bosbouwstudenten bezoeken het bos als onderdeel van hun opleiding.
Het Boubín-bos is vernoemd naar de majestueuze berg Boubín (1.362 m boven zeeniveau). Het oorspronkelijk beschermde bosgebied uit 1858 besloeg 138 hectare, maar na een verwoestende storm in de 19e eeuw bleven er slechts 47 hectare over, die nu het kerngebied van het bos vormen. Het huidige reservaat omvat 666 hectare natuurlijk bos. De verscheidenheid aan zeldzame schimmels, korstmossen, planten en andere soorten trekt wetenschappers uit de hele wereld aan (bijvoorbeeld in 2006 werd hier de bladloze spookorchidee Epipogium aphyllum herontdekt, die uitgestorven werd geacht).
Wandeltips
Het Boubín-oerbos
Het beste startpunt voor de wandelroute rond het oerbos is bij Idina Pila. In het informatiecentrum leer je alles over de geschiedenis van het bos en de legenden van de bosgeesten. De eerste stop is de Boubín-vijver, een voormalige houtvlotvijver. Hoe ziet het oerbos eruit? Het is veel lichter dan je zou verwachten, maar toch moeilijk begaanbaar. De bosbodem is bedekt met rottend hout in verschillende stadia van ontbinding. Jonge boompjes vechten om elk straaltje zonlicht. Degenen die voldoende licht krijgen, overleven. De belangrijkste concurrenten zijn beuk, spar en zilverspar. Welke soort denk je dat hier domineert? Sommige sparren zijn meer dan 500 jaar oud en bereiken een hoogte van meer dan 50 meter. Sinds 1979 is het boskerngebied omheind om het te beschermen tegen wildschade en bodemerosie door wandelaars.
De uitkijktoren op de Boubín
De Boubín is met zijn 1.362 m de hoogste berg van de Šumava buiten de grenskam en biedt een spectaculair uitzicht. In 2005 werd op de top een 21 meter hoge houten uitkijktoren gebouwd. Het uitzicht op het beboste Šumava-gebergte en de binnenlanden met dorpen en weilanden is werkelijk adembenemend. Bij helder weer, vooral in de herfst, kun je tot aan de Alpen kijken, op meer dan 100 km afstand. De gemakkelijkste route omhoog start in Kubova Huť. Je kunt via het bos teruglopen naar Idina Pila, waar je een trein kunt nemen, of te voet terugkeren naar Kubova Huť.
Op zoek naar stenen monumenten
Het Boubín-massief ligt bezaaid met stenen monumenten en inscripties. Ze verschijnen langs de paden en bospaden. Zo is er een steen die herinnert aan het bezoek van kardinaal Friedrich Schwarzenberg aan de top op 3 augustus 1867. Het bekendste monument is de driehoekige Johannsteen, gelegen op de grens van drie bosgebieden: Zátoň, Včelná en Kubova Huť.
Stenen met inscripties zoals Prinsenweg en Prinselijk rustpunt trekken veel wandelliefhebbers. Ook de huidige boswachters zetten deze traditie voort door hun sporen in steen achter te laten.
Meer informatie vindt u in de bijgevoegde folder, die u eenvoudig kunt downloaden op uw mobiele apparaat.
Uitgegeven door de Šumava Nationaal Park Administratie in 2016, auteur: Josef Štemberk.