Český Krumlov door de ogen van Karel Čapek

Het is opmerkelijk hoe sterk de stad nog steeds lijkt op de levendige beschrijving van Karel Čapek, gepubliceerd in zijn verzameling essays „Beelden uit het vaderland“. Ga met hem mee op deze wandeling. Waar zou hij hebben gestopt om rond te kijken? Waar zou hij koffie hebben gedronken? Ontdek Krumlov door zijn ogen. Je volgt een 4,5 km lange stadsroute, geschikt voor zowel volwassenen als kinderen.

Karel Čapek: Langs de Moldau – Český Krumlov

"Ik weet niet hoe vaak de Moldau zich hier kronkelt voordat hij door de stad stroomt. Als je probeert hem in een rechte lijn te volgen, steek je hem ongeveer vijf keer over, en telkens verwonder je je over zijn goudbruine kleur en snelle stroming. Ik weet niet hoeveel inwoners Krumlov heeft, maar ik weet dat er vierendertig herbergen, drie kerken, één kasteel – maar een groot – twee stadspoorten en een enorme hoeveelheid monumenten zijn. In feite is de hele stad één groot historisch monument, vergelijkbaar met Siena, Stirling of andere beroemde plaatsen.

Hier vind je oude gevels, erkers, dakkapellen, arcades, bogen, galerijen, kantelen, sgraffiti, fresco’s, trappen omhoog en omlaag, balustrades, fonteinen, zuilen, markeringen, hoeken, balken, gewelfde doorgangen, geplaveide straten, kronkelende steegjes, kerststallen, hoge daken, een gotische kerk, minorieten – en overal de rode rozen van de Rosenbergs. Waar je ook kijkt, je ziet overal pittoreske charme, oudheid en historische glorie.

Maar in de oude buitenwijken zijn er alleen kleine huisjes, je kunt de daken met je hand aanraken, in de ramen staan geraniums, en boven de deuren hangen opschriften. Hier zijn oude ambachten nog steeds levendig, alsof het de vijftiende eeuw is.

Boven alles torent het kasteel uit over de stad, met zijn indrukwekkende toren, een van de meest torenachtige torens die ik ooit heb gezien. Ik zou zeggen dat torens een Tsjechische specialiteit zijn, want nergens anders hebben ze zulke vreemde koepels, bolle uienvormige spitsen, vergulde afwerkingen, lantaarns, aangebouwde torentjes, galerijen en spitsen. Elke oude Tsjechische stad heeft zijn eigen herkenbare toren, en zo weet je meteen: dit is Hradec, dit is Brno, dit is Budějovice – en dit is Český Krumlov.

Het kasteel is binnen en buiten bedekt met fresco’s, maar het mooiste is het barokke prinselijke theater, waar de oude toneeldecoraties nog steeds hangen. Je zou kunnen denken dat een achttiende-eeuwse Italiaanse opera hier ronddwaalt, maar dat gebeurt niet, want voorstellingen zijn om veiligheidsredenen verboden.

Dan is er het Bellarie zomerpaleis, met zijn speelse trappen op de gevel, samen met veel andere barokke wonderen. Voor drie kronen is er meer dan genoeg te zien."

(Dit tekst verscheen in de verzameling „Beelden uit het vaderland“ in 1953, vijftien jaar na de dood van de auteur.)